Waarom veganisten de morele lat niet laten zakken

Waarom veganisten de morele lat niet laten zakken

Als [mensen] bij werkelijk élke gelegenheid andere, nog niet ‘verlichte’ zielen, om de oren slaan met hun heiligheid en betweterigheid, krijg ik echt de neiging ze om ze terug te slaan“, zo schrijft Alexandra Besuijen deze week in relatie tot veganisme in HP De Tijd. Die uitspraak klinkt begrijpelijk. We staan immers verzuchtend de Jehova-getuigen aan de deur te woord – of niet eens. We willen ons eigen leven leiden en zijn moe van missionarissen. Daarom doet ze een oproep aan veganisten om ‘op te houden met die morele meetlat’. Ik leg uit waarom dat niet zal gebeuren.

Veganisme en religie

Besuijen maakt een denkfout door veganisme te vergelijken met religie. Religie is het soms vrijwillig, soms vanuit indoctrinatie, meestal tegen beter weten in, willen geloven in het bestaan van een heilige, eeuwige entiteit die vaak ‘god’ genoemd wordt. Er is geen bewijs voor het bestaan van god. Veganisme is echter het gevolg van vrijdenken, waarbij het niet-schadenprincipe consequent wordt toegepast. Een ‘ander’ waarmee rekening gehouden wordt is elk wezen dat voelend is; elk wezen dat geluk, genot, leed of verdriet kan ervaren. Het verschil is dat veganisme op rationele argumenten gebaseerd is en het aanhangen van een religie het tegenovergestelde. Dat onderscheid vindt Besuijen mogelijk niet zo interessant: “als mensen om morele redenen besluiten een aantal aanpassingen te doen in hun leven, zoals bijvoorbeeld ophouden met het eten van vlees, en dat vervolgens volhouden, dan vind ik dat zeer te prijzen.” Religieus of rationeel, zolang zij daar maar niet mee lastig gevallen wordt.

Het eten van honden en katten

Ook veelgehoord wanneer je vlees eet, dat je dan ook maar kat of hond moet eten, want anders ben je ‘hypocriet’. Huh? De mens eet al vlees vanaf de begintijd.” Hier vervalt Besuijen in een drogreden (ad antiquitatem). Dat wij al eeuwen op een bepaalde wijze handelen betekent niet dat dit handelen niet kwaadaardig is. De mens heeft eeuwenlang slaven gehouden, ‘vanaf de begintijd’ wellicht. Ik hoop dat Besuijen inziet dat slavernij desondanks een immorele praktijk is. “Ook hebben we sinds die tijd honden en katten, ter bescherming en tegen de muizen.” We mogen dus geen honden of katten eten omdat ze ons tot nut zouden kunnen zijn. Oude of blinde honden kunnen we dus prima op de menukaarten plaatsen volgens Besuijen. “Honden en katten woonden van oudsher in en om het huis, daar kregen we een band mee, met koeien en varkens niet. Zo ontstond het verschil tussen gezelschapsdieren en consumptiedieren.” Ik probeer haar te volgen. Als we een band met iemand krijgen biedt diegene gezelschap. Oké. Maar als we geen band met iemand krijgen, dan dient diegene als consumptiemiddel, aldus Besuijen. Een van mijn buren vind ik niet zo aardig, maar om hem nou als consumptiedier te kwalificeren lijkt me nogal vergaand en immoreel. Wie kan lijden moeten we laten zijn. We zouden daarom helemaal geen voelende dieren moeten eten of gebruiken. En wie toch de lijken van koeien of varkens eet, maar geen honden of katten, is inderdaad hypocriet.

Shoah

Besuijen heeft wel enig idee van de wantoestanden in de bio- en zuivelindustrie: “Dat we inmiddels op een walgelijk perverse wijze dieren misbruiken in gruwelijke industrieën staat buiten kijf. Dat daar zeer dringend iets aan gedaan moet worden ook. Dat er bewustwording moet komen, uiteraard. Maar dat wordt niet bereikt door iedereen langs dezelfde moreel verheven meetlat te leggen.” Die laatste zin is opmerkelijk. Wat de nazi’s in gruwelijke kampen met de joden deden was minstens walgelijk en pervers. Als dat anno 2019 zou gebeuren zou Besuijen vinden dat er dringend iets aan gedaan moet worden. Ook moet er bewustwording komen. Maar er dient volgens haar geen eenduidige morele meetlat te zijn. Oftewel: we zouden de nazi’s en hun aanhangers niet voortdurend op de immoraliteit van hun handelen moeten wijzen. Laat ze zelf maar tot dat besef komen. En tot die tijd kunnen de gruwelpraktijken gewoon plaatsvinden.

Respect tonen

Besuijen doet nog een oproep: “Laten we dan beginnen met elkaar een beetje respect te betonen, vega en non-vega, en niet iedereen te verketteren die niet meteen jouw goede voorbeeld volgt.” Zoals mensen in nazi-Duitsland werden geïndoctrineerd vindt anno 2019 ‘carnistische indoctrinatie’ plaats, waarbij mensen al als kind blind worden gemaakt voor het leed van niet-menselijke dieren. Zoals Besuijen waarschijnlijk geen respect zal hebben voor de nazi’s en hun aanhangers hoeft een veganist geen respect te hebben voor een vleeseter.

De morele meetlat

Psychologe en sociologe Melanie Joy schrijft: “The populace must be shielded from direct exposure to the victims of the system, lest they begin questioning the system or their participation in it.” (p.40). Het is niet de bedoeling dat de praktijken van een miljardenmachine zoals de bio- en zuivelindustrie zichtbaar worden en moreel worden geëvalueerd. Daarom wordt het volk dom gehouden. Wanneer mensen zoals Alexandra Besuijen zich op de tenen getrapt voelen door de morele boodschap van de veganist, vindt cognitieve dissonantie plaats. Om niet het eigen gedrag – in dit geval het consumptiepatroon – te hoeven veranderen, worden allerlei uitvluchten gezocht. Van drogredenen tot persoonlijke aanvallen op de boodschappers. Maar juist door de rationaliteit van veganisme zal dat laatste geen effect hebben. Sterker nog, wie zich beseft dat veganisme de morele nullijn is zal begrijpen dat die lat waarschijnlijk nog veel hoger zou moeten liggen. Daarom zal de veganist de morele lat in elk geval niet verlagen.

BART COLLARD


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *