‘Ik denk na, dus ik ben veganist.’

‘Ik denk na, dus ik ben veganist.’

Waarom veganisme geen mening is.

“Do not fear to be eccentric in opinion, for every opinion now accepted was once eccentric.” Bertrand Russell.

Bij lezingen over dierethiek vinden mensen het doorgaans vreemd wanneer ik beweer: ‘Ik denk na, dus ik ben veganist’, of, ‘Ik ben filosoof, dus ik ben veganist.’ Dat impliceert immers dat mensen die geen veganist zijn niet nadenken en geen filosoof zijn. Het ligt iets genuanceerder: mensen die geen veganist zijn denken misschien wel na, maar ofwel ze denken niet goed na, ofwel ze verzuimen na te denken over een onderwerp waarover ze dat wel zouden moeten doen. Omdat dergelijke opmerkingen arrogant klinken, zal ik het uitleggen.

Zowel waarom het zo is dat nadenken noodzakelijk leidt tot veganisme als waarom het niet arrogant is om dit te beweren. Let op, het is gevaarlijk om verder te lezen, want als je na het lezen van mijn tekst nog steeds vlees eet en melk drinkt, dan weet je dus zeker dat je ofwel niet kunt denken ofwel immoreel bent (of, maar dat is puur theoretisch, dat ik het fout heb).

Premissen

  • Het gebruik van dierlijke producten gaat gepaard met leed aan dieren, inclusief het doden van dieren ruim voor de natuurlijke sterfleeftijd.
  • De bio-industrie levert een grote negatieve bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen en andere milieuproblemen (stikstof, ontbossing, vermindering biodiversiteit et cetera).
  • Mensen (hier in Nederland) kunnen prima leven op een plantaardig dieet.
  • Het uitsluiten van niet-menselijke dieren van morele consideratie is een vorm van discriminatie vergelijkbaar met racisme. Deze vorm van discriminatie wordt speciësisme of soortisme genoemd.
  • Het onnodig toebrengen van leed aan anderen is slecht.

Conclusie

  • Ergo, veganisme is een morele plicht.

Als je een van de vijf genoemde premissen betwijfelt, laat dat zien dat je onvoldoende kennis hebt, terwijl die kennis voor een breed publiek voor handen is. Onwetendheid kan ook immoreel zijn en hier is dat zeker het geval. Zo kun je in Nederland niet veinzen dat je nooit beelden uit de bio-industrie hebt gezien.

Premisse vijf is de enige normatieve premisse. Je kunt deze stelling alleen verwerpen als je niet wilt dat deze ook op jou van toepassing is: waarom zouden anderen jou immers geen leed mogen aandoen als hen dat zo uitkomt? Als je je dan beroept op het feit dat je een mens bent en dat premisse vijf alleen op mensen van toepassing is, dan breng je jezelf op twee manieren in de problemen. Ten eerste, doordat de bio-industrie zo’n grote negatieve milieubelasting heeft veroorzaak je door carnisme (het gebruik van dieren en dierlijke producten) leed aan mensen, namelijk aan mensen die lijden onder de gevolgen van klimaatverandering – denk aan klimaatvluchtelingen. Ten tweede, wanneer je premisse 5 alleen toepast op mensen, dan discrimineer je jegens niet-menselijke dieren en dat is niet moreel te rechtvaardigen.

Slotsom

Veganisme is geen mening, net als een wiskundesom geen mening is. Zoals racisme onacceptabel is op morele gronden, zo is carnisme dat ook. Dat klink extreem en radicaal en dat is het ook. Maar dat komt doordat carnisme thans de norm is, terwijl die norm immoreel is. Maar als (bijna) iedereen een bepaalde immorele praktijk (zeg slavernij) accepteert dan hebben we daar collectief een blinde vlek voor. Het is de taak van de filosofie om blinde vlekken op te sporen. Het is daarom des te pijnlijker dat veel filosofen daar niet in slagen. Ze zijn deel van het probleem.

Nadenken zonder na te denken over mogelijke morele blinde vlekken is een gemankeerd nadenken. Je kunt niet zeggen ‘Ich habe es nicht gewusst’ als de relevante kennis breed voor handen is. Pretenderen niet te weten of je geweten sussen met rationalisaties (smoesjes) die gemakkelijk te weerleggen zijn is immoreel. De dieren die het slachtoffer zijn van jouw volharding in carnisme schieten er niks mee op als jij erin slaagt jouw geweten te sussen. Hoe hoger jouw opleiding, des te schandelijker het is als je blijft participeren in de dierenholocaust.

PS: Als er nu allemaal ‘ja maars’ door je hoofd gaan, lees dan De Vrolijke Veganist waar ik honderden tegenwerpingen weerleg. Ik durf wel te beweren dat die van jou er ook tussen staat.

FLORIS VAN DEN BERG



3 thoughts on “‘Ik denk na, dus ik ben veganist.’”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *