Montfoort Animal Save
Donderdag 13 september 2018
Om half zeven ’s morgens sla ik de deur van m’n auto dicht en rij ik weg van de parkeerplaats achter mijn huis. De ochtendschemer breekt langzaam door, maar de zon is nog niet opgekomen. Het is koud buiten. Boven alle weides die ik passeer hangt mist. Mooi gevormde dichte, witte flarden sieren het Nederlandse landschap, waar ik koeien, schapen en soms paarden tussen zie als donkere vlekjes in de witte wolken die het land bedekken. Normaal gesproken vind ik dit een prachtig gezicht, maar vandaag voelt het niet goed. Vandaag ziet het eruit als een sinister en spookachtig tafereel. Alsof de geesten van alle dieren die ik zelf ooit heb gegeten, voordat ik besloot veganist te worden, het op mij hebben gemunt. Dit gevoel heeft alles te maken met mijn stemming van vandaag en de plek waar ik nu naar op weg ben. Voor het eerst in mijn leven ga ik naar een ‘Save’ in Montfoort, provincie Utrecht (georganiseerd door Govert en Willo).
Voor wie zich afvraagt wat een Save is: dit is een evenement waarbij een groep mensen vreedzaam protest houdt bij bijvoorbeeld een slachthuis. Het doel is getuige te zijn van de veetransporten die aankomen en om de gelegenheid te krijgen om de dieren gerust te stellen en liefde te geven. Soms wordt er ook water aan de dieren gegeven. Gelijktijdig wordt er met dierbaren op social media gedeeld wat er te zien valt en waar men is. Dit is een korte uitleg in een notendop. Op thesavemovement.org kun je er veel meer over lezen.
Govert had me persoonlijk uitgenodigd via een privé bericht. Ik had nee kunnen zeggen. En voor mezelf heb ik geprobeerd te rationaliseren wat de reden zou zijn dat ik niet kon. Ik dacht aan m´n drukke baan en dito privé leven en ik probeerde zelfs de benzinekosten als reden te kneden waarom ik niet zou kunnen gaan, en toen dacht ik… De enige reden waarom ik niet ‘kan’ is mijn eigen angst. Ik ben gewoon bang. Bang om díe dieren in de ogen te kijken, waarvan ik ‘het voorrecht’ heb te weten dat hun laatste uur geslagen heeft. De dieren die ik vandaag in de ogen kijk zullen sterven. En met wat ik inmiddels over slachthuizen weet zal dit niet pijnloos en zonder doodsangsten gebeuren. Zo’n situatie dat iedereen weet dat die ene collega ontslagen wordt, behalve hijzelf. Een malle vergelijking omdat dit vele malen erger is, dit gaat om leven en dood.
Ik ben gewoon bang. Bang om díe dieren in de ogen te kijken, waarvan ik ‘het voorrecht’ heb te weten dat hun laatste uur geslagen heeft
Ik kom als eerste aan op de Julianalaan in Montfoort, op de afgesproken parkeerplaats van de supermarkt tegenover het slachthuis parkeer ik mijn auto en stap ik uit. Ik ben nog alleen en heb even een momentje om de omgeving in me op te nemen. Wat meteen opvalt is dat het slachthuis is gevestigd in een oud gebouw en verder dat het midden in een woonwijk staat. Tegenover een supermarkt en met woonhuizen praktisch tegen het complex aangebouwd. Dit geeft me een heel vreemd gevoel. Weten al die mensen niet wat zich hier afspeelt? Zijn ze hier gevoelloos voor? Ik besef dat het antwoord op beide vragen waarschijnlijk nog “ja” is ook. Men voelt hiervoor gewoon geen moreel bezwaar, of voelt dat wel maar besluit dat het nu eenmaal nodig is.
Niet lang na mijn aankomst komen Maria en Arjan aan. Kort daarop volgt de verslaggever van RTV Radio Utrecht. De lokale omroep heeft ook een dame gestuurd om beelden vast te leggen voor het nieuws (bekijk hier de beelden of lees hier het nieuwsbericht). Meer en meer activisten komen aan en al gauw zijn we in totaal met dik twintig man aanwezig. Er wordt wat gepraat over Cubes en Vegan Outreaches en mij wordt gevraagd, vanwege mijn jas, of ik van Animal Rights ben. “Nee, dat ben ik niet” vertel ik. “Maar je bent er wel vóór!” sprak een ander. Uiteraard is dat waar, ik ben er wel vóór. Deze jas heb ik slechts gekocht tijdens de eerste activistische activiteit waaraan ik heb meegedaan, de Animal Rights March in Amsterdam op 25 augustus.
Ik voel me een groentje tussen al deze ervaren activisten. Deze helden en heldinnen hebben al zoveel bewustzijn gecreëerd en zaadjes geplant, het voelt als een ware eer bij deze mensen in de buurt te staan. Ik vertel dat dit mijn eerste Save is, veel meer krijg ik even niet uit mijn keel. Meteen word ik gerustgesteld met een arm om me heen en een opmerking dat als het me teveel wordt, ik kan rekenen op steun van de groep. Dit stelt me gerust, hoewel ik nog altijd even bloednerveus ben voor wat komen gaat.
Opeens gaat alles heel snel. Tijdens het praten tikt de klok natuurlijk gewoon door en zoals gewoonlijk wanneer je ergens mee bezig bent, lijkt de tijd dan sneller te gaan. En terwijl ik me realiseer dat er zomaar ineens een transportwagen kan komen, sta ik te hannesen met mijn telefoon omdat ik graag live wil gaan op Facebook zodra er een transport aankomt. “Ja, jongens, daar komt er een!” roept iemand heel serieus. Govert houdt het eerste transport in ons bijzijn op de vooraf afgesproken verkeersdrempel aan. Het slachthuis is op de hoogte van onze aanwezigheid en dit protest. Alle afspraken zijn vooraf al gemaakt. Van waar we mogen staan tot de begin- en eindtijd maar ook waar we niet mogen staan. Ook de transporteurs zijn op de hoogte gebracht. Er is afgesproken het transport twee minuten stil te laten staan alvorens zij het voor ons afgesloten terrein van het slachthuis verder oprijden. De tot halt geroepen wagen komt netjes tot stilstand en zet de motor af.
Een kille windvlaag gaat er door me heen en met een gevoel van verlamming in m’n knieën. Met een snel kloppend hart, zet ik mijn telefoon snel en onhandig op live-streaming en loop ik op de kleine aanhanger af waar naar mijn schatting zeker 15 schapen dicht op elkaar gezet met hun poten in hun eigen uitwerpselen op de koude metalen ondervloer van de aanhanger staan. Schapen zijn van nature al schuw, maar de versterkte angst van het transport is bij deze dieren in hun ogen af te lezen. Terwijl ik kijk naar de schapen en contact probeer te maken om ze te kalmeren merk ik dat dat lastig gaat, de meeste deinzen snel terug bij mijn pogingen. Ze kennen mij niet en weten uiteraard niet wat ik van ze wil. Dan zwelt er een gevoel van verdriet en onmacht in me op. Ik herken het gevoel van vroeger toen een hond die ik kende en waar ik veel van hield, Chanty, dezelfde dag nog geëuthanaseerd zou worden omdat ze ziek was. Toen voelde ik me machteloos en verdrietig, maar gelijktijdig wist ik dat dit uiteindelijk het beste voor haar was. Ze had pijn en was zelfs niet meer in staat haar plas op te houden. Dan verandert mijn gevoel in woede omdat ik me weer besef dat de dood die deze dieren tegemoet gaan helemaal niet in hun belang is of om ze uit hun lijden te verlossen, maar volledig en alléén in het belang is van zij die het nodig vinden om vlees te eten. Ik denk aan al die mensen die me vertellen dat ik hun keuze moet respecteren en realiseer me dat ik ooit net zo als hen ben geweest. Maar als men dit met honden en katten zou doen, zou nagenoeg niemand in Nederland, of in de rest van onze westerse samenleving, dat respecteren. En terecht, honden en katten zouden op geen enkele wijze onderworpen moeten zijn aan de perverse verlangens van de mens om ze op te eten of om hun huiden te dragen. Maar waarom accepteren we dit dan wel bij schapen en andere dieren? Die vraag kan geen enkele vleeseter met een legitieme reden beantwoorden. En juist daarom is het zo belangrijk dat we hier vandaag zijn. Terwijl ik stream hoop ik dat de kijker ziet wat ik zie in de ogen van deze onschuldige dieren en hoop ik dat zij de verbinding leggen die ik ook heb gelegd. Dit móet stoppen. Het kàn anders. Alle veganisten hier om me heen en in de rest van de wereld bewijzen dit. Uiteraard geldt dit niet alleen voor schapen, maar voor alle dieren. Deze industrie staat voor mij gelijk aan een vernuftig georganiseerde en gelegaliseerde misdaad. Nog voor ik het doorheb zijn de twee minuten voorbij en start de wagen weer. “Iedereen aan de kant, hij gaat weer rijden!” wordt er geroepen. Met tranen in mijn ogen en een brok in mijn keel stap ik achteruit en kijk machteloos toe hoe dit transport uit het zicht verdwijnt op het terrein van het slachthuis in Montfoort.
Dan verandert mijn gevoel in woede omdat ik me weer besef dat de dood die deze dieren tegemoet gaan helemaal niet in hun belang is of om ze uit hun lijden te verlossen, maar volledig en alléén in het belang is van zij die het nodig vinden om vlees te eten.
Na dit transport komen er nog twee transporten kort na elkaar langs. Beiden bekijk ik met hetzelfde gevoel. Govert vraagt me wat ik van m’n eerste Save vind. Ik kan de woorden niet goed vinden, zoveel indruk heeft dit tot nu toe op mij gemaakt. Ik weet uit te brengen dat het heftig is en dat ik er weinig woorden voor heb. Dit is verdrietig om te zien en zo vreselijk onnodig. Ik lach ongemakkelijk om mijn verdriet niet te hoeven laten zien en probeer mijn gevoel in te slikken terwijl ik nog even tussen de mazen van het hekwerk doorkijk naar de lammeren van amper 5 à 6 maanden oud.
Het is inmiddels half tien en ik hoor dat dit het laatste transport was voor vandaag. Maria vraagt me of ik ook met een bord wil staan. “Ik ben iemand, geen product” vertelt het bord en het toont een foto van een koe die vanuit een transportwagen naar buiten kijkt. We gaan langs de provinciale weg staan, op de plek van het kruispunt met verkeerslichten pal naast het slachthuis. Er worden flyers uitgedeeld aan stilstaande automobilisten die wachten op groenlicht voor het kruispunt. De flyers zijn bedoeld om uit te leggen wat we hier aan het doen zijn. Het valt op hoe verschillend mensen zijn. De één staat er geheel voor open en neemt de flyer aan. Sommigen steken een duim op in het voorbijrijden en tonen daarmee hun respect voor onze actie. Een ander steekt zijn middelvinger op en gebaart ons met zwaaiende wilde armen en een boze blik weg te gaan. Er wordt zelfs geroepen “ga toch werken!” Niet dat het er ook maar iets toe doet, maar ik heb wel degelijk een baan. Ik heb deze morgen vrij genomen in de hoop een verschil te kunnen maken voor de dieren en toekomstige generaties.
Na afloop, onderweg naar huis, realiseer ik me dat dit een bijzondere en onvergetelijke ervaring is geweest. Ik kan iedereen aanraden een Save bij te wonen. Ook als je (nog) geen veganist, vegetariër of flexitariër bent. Dit creëert bewustzijn, het is belangrijk om te weten waar het vlees in de winkel vandaan komt en wie weet brengt het wel nieuw inzicht en besluit je hierdoor eens wat vaker plantaardig te eten, wat o-zo-lekker is 🙂
Bedankt voor het lezen.
Pascal Jongejan
Foto’s door: Ed Heesbeen
Met dank aan iedereen die er was en zijn of haar bijdrage op welke wijze dan ook heeft geleverd.
Dankjewel voor het delen!